Goodmorning Vietnam!
Door: Sander Griffioen
Blijf op de hoogte en volg Sander
22 Mei 2011 | Vietnam, Hanoi
Zaterdag 14 mei 2011 moest de dag worden waarop de reis weer een andere wending zou krijgen; China moet ik verlaten, aangezien mijn visum maar 30 dagen geldig is. Maar wat zal ik China gaan missen. Het land waarvan ik dacht dat het vrij vervelend zou zijn om alleen te reizen, die overdenking kan de prullenbak in! Ik zou iedereen aanraden ooit eens de rugzak op te knopen en China als bestemming te kiezen. Alhoewel, juist de afwezigheid van veel westerse toeristen maakte het nou juist een land om van gecharmeerd te raken. Doe dus toch maar niet! Dan kan ik hier nog eens terugkomen en een gelukkige tijd herbeleven. Hier zijn de mensen nog puur, hier wordt het leven geleefd zoals ze dat ook zouden doen zonder toerisme en bovenal is het een land, te groot, om maar 30 dagen te verblijven. Terugkomen doe ik hier sowieso. Bij het verlaten van een land stel ik mezelf altijd de vraag, ‘zou ik hier kunnen wonen?’ Voor het eerst deze reis is het antwoord daarop “ja”.
Je mag alleen nooit vergeten dat het, nog steeds, één van de meest onderdrukte landen ter wereld is. Daar merk je op straat vrij weinig van, maar in de digitale wereld is heel duidelijk te zien dat moedertje China een aardige stempel op ieders leven drukt. Zo zijn websites als Facebook, Youtube en Wikipedia geblokkeerd door de overheid. Puur omdat ze niet willen dat mensen teveel te weten komen. Kennis is immers nog steeds macht! Vandaar dat ik ook tot mijn 24ste heb gestudeerd en nu de wereld afstruin om die kennis te verbreden en uit te diepen ;-). Nou ja, dat laatste is dan niet helemaal waar, maar toch.
De reis ging op die zaterdag van Yangshuo met de bus naar Guilin en daarvandaan met de trein door naar Nanning, dicht tegen de grens van Vietnam. Ik werd die dag op de bus gezet door Lisa Lee. Zij kon me prima helpen met het boeken van het ticket naar Guilin. Ze werkt immers voor een toeristenbureau. Lisa had het ticket via dat bureau kunnen boeken, maar zo vertelde ze me ‘het is goedkoper om het direct bij het busstation te doen’. Nog niet eerder was ik zo snel voorzien van een ticket. Een paar woorden, onverstaanbaar, Chinees en ja hoor, ik kon vijf minuten later instappen en afreizen.
Lisa liep nota bene tot aan de doorgaande weg met de bus mee. Waarschijnlijk wilde ze zeker weten dat ik de stad zou verlaten. Alhoewel ze eerder die dag had aangedrongen op een langer verblijf van mijn persoontje in Yangshuo. Daar kon ik geen gehoor aan geven. Ik had, zo dacht ik, toch wel een dag nodig om in Nanning mijn doorreis naar de hoofdstad van Vietnam, Hanoi, te regelen.
In Guilin regende het uiteraard weer pijpenstelen. Dit keer kon me dat wat minder deren, aangezien ik toch gelijk op de trein naar Nanning stapte. Het was een treinreis van 5 uur door saai, bijna Hollands, groen landschap. De regen die tegen het raam kletterde maakte de reis bijna treurig. Het deed me denken aan dagenlang regen in Nederland en dan, te vroeg, het bed uit om met openbaar vervoer naar Amsterdam te gaan voor weer een hoorcollege. Bijna depressief kon ik dan naar buiten staren. Zo deed ik dat in eerste instantie ook in de trein naar Nanning. Juist ook omdat ik net zo’n leuke tijd had gehad in Yangshuo en China nog helemaal niet wilde verlaten. Het was hinken op twee gedachten. Graag had ik langer gebleven, maar soms is het maar goed ook dat er een limiet op je bezoek zit, anders kom je immers nooit meer terug in Nederland. Iedere reis brengt me steeds een stukje dichter bij huis, alhoewel de afstand van het thuisfront alleen maar groter wordt.
In de trein ontmoette ik Robert. Ook al een Chinees met een internationale naam. Robert studeert Engels aan de universiteit van Nanning. Hij was een weekje thuis geweest, maar moest nu de studie weer oppakken. Een interessante kerel. Hij vertelde me veel, heel veel dingen die ik nog niet over China wist. Hij had aardig wat kritische kanttekeningen bij het beleid vanuit de overheid. Zelf is hij lid van de communistische partij, maar dat is hij geworden omdat hij goede resultaten boekt op de universiteit. De CP wil dat soort jongeren graag aan zich binden en verplichten dan om lid te worden. De CP is bij verkiezingen altijd de grootste, tja zo werkt dat binnen een communistisch land. Als er iemand in de trein kon horen waar wij het over hadden, zo vertelde hij me, dan zou hem een levenslange celstraf ten deel vallen. Er mag niet kritisch worden gesproken over de overheid, en al helemaal niet door iemand die lid is van de partij die China al jaren in haar greep houdt.
Robert was daarnaast tolk voor de dames die tegenover ons in de trein zaten. Ze vertelden dat ze een aantal jaar geleden een bezoek hadden gebracht aan Nederland in het kader van een rondreis door 10 landen in Europa in 15 dagen. Vrij ziek reizen noem ik dat! Ik vroeg daarom of ze thuis op de foto’s keken waar ze waren geweest. Daar konden ze wel om lachen. Ze waren uiteraard naar de Zaanse Schans geweest om te zien hoe de klompen die “alle Nederlanders” dragen worden gemaakt en ze had een rondvaart door de Amsterdamse grachten gemaakt. Daarna werd het alweer tijd om de bus in te stappen op weg naar Kopenhagen. Nog niet eens één hele dag in Nederland dus.
Met Robert heb ik nog steeds contact, via de mail. Hij mailde me dat hij het liefst China verlaat en vanuit het buitenland een actie op touw wil zetten om iets te doen aan de regulering vanuit de overheid. Het is moeilijk om in China een front te verenigen dat groot genoeg is om iets te doen aan de verkramping waar het Chinese volk zich in bevindt, dat heeft dan weer te maken met de blokkade op sociale netwerken. Via bijvoorbeeld Facebook is het mogelijk om een groep gelijkdenkenden te verenigen.
Met wat vertraging kwam nik om 21.00 uur aan in Nanning. Een plaats waar verder weinig te zien is, maar het belangrijkste van alles is er wel aanwezig, de bus naar Vietnam. Hoe die precies te boeken is, dat wist ik niet, maar ik had een hele dag de tijd om dat eens op m’n gemak uit te zoeken. Ik checkte in bij een hotel met internet, want de strijd tussen Twente en Ajax om de landstitel moest uiteraard gevolgd worden.
“Voor de verandering” kocht ik een bak instant noodles om snel te eten en hop de bedstee in. Beetje treurig was ik wel. Ik had zo graag wat langer in China willen blijven en de onzekerheden die ik van tevoren voorzag voor de reis alleen door China, waren inmiddels zekerheden geworden. In Vietnam moet ik het wiel opnieuw uit gaan vinden. Beetje mijmerend viel ik dan ook in slaap.
De volgende morgen ging om 8 uur de wekker. Ik had immers die dag een missie te vervullen; de bus naar Vietnam boeken. Na wat navraag bij de “receptioniste met snor” wist ik dat om de hoek een boekingskantoor gevestigd zit. Voor zo’n 15 euro zou ik al mee kunnen, zo vertelde “de niet epilerende vrouw”. Ik kan er niks aan doen, maar ik bleef de hele tijd gefocust op die enorme bos op haar bovenlip. De vrouw moet door hebben gehad dat het een obsessie voor me aan het worden was, maar dat even terzijde.
Al snel vond ik het boekingskantoor en 5 tellen later stond ik al met een ticket voor de volgende dag, de grens over, in mijn handen. Hmmm, als ik dat van tevoren geweten had, dan had ik dat verdomde ticket ook wel op de dag van vertrek kunnen kopen en dus langer in Yangshuo kunnen blijven. Sikkeneurig liep ik daarom de stad in, zonder ook maar één in het oog springend detail. Misschien dat er ergens nog een Lonely Planet van Vietnam te verkrijgen is, zo dacht ik, want die heb ik van thuis uit niet meegenomen. Je kan ook niet alles meeslepen! De rugtas weegt immers al 23 kilo.
Ik heb zo’n beetje alle boekenwinkels van Nanning gezien en de boeken over Mao, de voormalige leider van China, komen zo’n beetje de neusgaten uit, geen LP. Rond een uur of 14.00 vond ik het wel gescheten en ging ik terug naar het hotel. Een middagje schrijven en de voorbereidingen treffen voor de grote wedstrijd die in Nederland om 14.30 begon en voor mij dus om 20.30 uur.
Om 20.30 uur was het dan zover. Via de laptop radio 1 opgezet en nagelbijtend, in m’n eentje, luisteren naar één van de spannendste wedstrijden in mijn korte bestaan op deze planeet. Het was net alsof hetgene op de radio een soort hoorspel is in plaats van realiteit. Je voelt je op zo’n moment echt heel ver weg. Toch was de beleving uitermate goed en ging ik compleet uit mijn dak toen het eerste doelpunt van Siem de Jong viel. De buren van de naastgelegen kamer moeten zijn geschrokken van zo’n vreugde uitbarsting. Ze zullen totaal niet begrijpen waarom in de kamer naast hun voorzichtig een oer-Hollandse polonaise werd ingezet.
Na de rust viel in een korte tijd de 2-0, waarvan ik dacht de beslissing, maar niet veel later ontwaakte ik uit die heerlijke droom toen de 2-1 op het scorebord kwam. IJsberend liep ik door de kamer te drentelen, de minuten aftellend richting het einde van de wedstrijd. Ik trok de gordijnen bijna van de muur toen ineens de internetverbinding wegviel. Zeker 10 minuten was ik afgesneden van de geschiedenis, die die dag in de Arena geschreven werd.
Ik bladerde dan ook als een bezetene door de Lonely Planet, op zoek naar een internetcafé om de hoek, maar helaas de dichtstbijzijnde zat zo’n twee kilometer bij me vandaan. Ik zat me echt op te vreten toen ineens Andy Houtkamp weer door de speakers van mijn laptop schalde. Hij ontstak de volledige loftrompet in kamer 502 toen hij wist te melden dat Siem de Jong de 3-1 achter de keeper van Twente in het net geschoten had. De resterende minuten heb ik de vijfde verdieping zeker met minimaal 5 millimeter doen slinken door als een gek rondjes te lopen op de, toch al slijtende, vloerbedekking.
Toen het eindsignaal klonk zat ik een beetje onwerkelijk om me heen te kijken. Tja, nu zijn “we” na zeven jaar weer kampioen, maar ik heb niemand om het mee te vieren, snik. Dan maar op Skype met pa en Patrick over de wedstrijd bakkeleien. Harstikke leuk natuurlijk, maar het is toch anders dan in Nederland. Wat had ik graag mijn vader in de armen gevlogen bij het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Pieter Vink. Maar ja, het is niet anders.
Ik ging maar op bed liggen en liet de hele avond nog eens rustig in mijn hoofd passeren. Met toch een heerlijk gevoel, van eindelijk weer “de beste” zijn, viel ik in slaap…. Maar niet voor lang!
’s Ochtends ging om half 5 de telefoon. Wie kon dat in hemelsnaam zijn? Toen ik de haak aan mijn oor zette, wist ik het; het was de wake up call die ik besteld had, alleen dan twee uur te vroeg! Waarom spreken die verdomde Chinezen dan ook niet een paar woorden meer Engels? “Half past four” klinkt volgens mij toch heel anders dan “half past six”, is het niet?
De slaap kon ik niet meer vatten en ik besloot op internet nog wat te lezen over de vreugdevolle avond van de dag ervoor. Heerlijk een beetje nagenieten en hier en daar waren er foto’s geplaatst. Zo erg was de wake up call dus ook weer niet.
Om 7 uur checkte ik uit en ging ik op weg naar de bushalte waar mijn bus naar Hanoi om 8 uur, met ronkende motor, voor me klaar stond. Er zaten welgeteld 8 personen in de bus, waaronder één vieze Iranees. Hij vertelde dat ik op mijn weg naar Singapore een bezoek moest brengen aan Pattaya, Thailand. Ik zou daar heel veel plezier beleven, zo vertelde de, ik schat, 65-jarige man. Voor de mensen die nog nooit van Pattaya hebben gehoord. Dat is het sexoord in Thailand! Een plek waar je nog niet dood gevonden wilt worden. Ik knikte maar een beetje naar de “vieze man” en zette snel weer demonstratief mijn muziekspeler op, ouwe gek!
Na 4 uur hobbelen kwam de bus aan bij de grens van China met Vietnam, mijn eerste grensovergang alleen. Ik was best een beetje zenuwachtig. Ik had mijn visum op de dag af 30 dagen gebruikt en hoopte dat ik stiekem geen rekenfout had gemaakt in het aantal dagen. Over die verblijfsduur hadden ze geen commentaar. Wel werd er zeker 20 minuten gesteggeld over mijn paspoortnummer. In Nederland zijn ze zo slim om een nul in het nummer te plaatsen, wat even zo goed aangezien kan worden als een “O”. Bij de entry hadden ze het voor een nul aangezien, maar de douanier tegenover mij vond dat het toch echt een “O” moest zijn. Ik probeerde met handen en voeten weer eens duidelijk te maken dat ik daar zelf toch echt niks aan kan doen. Uiteindelijk vond de man het prima en liet me door, op weg naar de Vietnamese grens.
Ik moest in één of ander golfkarretje plaatsnemen om er te komen. Mijn tas werd achterin de doorweekte kar geplaatst. Heerlijk is dat! Een zeiknatte tas op de rug knopen. Is het een keer droog, resulteert het toch nog in een nat pak.
De Vietnamese grens stelde weinig voor. Er werd door de douanier even op de pasfoto gekeken en al snel had ik de bevrijdende stempel staan. Dat was het dan, dacht ik. Triomfantelijk liep ik dan ook richting de uitgang op weg naar de volgende golfkar, die me bij de Vietnamese bus zou brengen. Hier zag ik toch echt iets over het hoofd; de customs, oftewel bagagecontrole. Ik liep er gewoon straal voorbij. Al snel was er een militair die voorzichtig met de loop van zijn geweer op mijn schouder tikte. Owh, hoe kon ik zo stom zijn? “sorry, sorry, sorry”, zei ik, “ik heb het echt niet gezien”. Het kwaad was al geschiet en de hele tas moest worden geopend, damn! De oranje onderbroeken, oranje sokken, t-shirts, hij wilde ze allemaal zien, ik denk dat hij er stiekem op kickt. Ook de doos met pillen, die ik uit voorzorg bij me heb, moest op tafel komen. Doosje voor doosje moest ik uitleggen wat erin zit. Malariapillen, paracetamol, diarreepillen, m’n reservepinpas, alles verdiende een uitleg. De man ging uiteindelijk akkoord en ik mocht de tas weer inpakken.
Ik schat een half uur later dan gepland kwam ik bij de Vietnamese bus. Mijn medepassagiers moesten allemaal wachten op de man uit Holland die voorbij de bagagescanner probeerde te sneaken. Ik zat dan ook nog niet of de bus reed weg van de grenspassage, op weg naar Hanoi, de hoofdstad van Vietnam.
Drie uur later was het al zover; de hectische binnenstad van Hanoi was bereikt. Het straatbeeld was even wennen. In niets leek het op de steden die ik voorheen in China had gezien. In de straten rijden honderd, zo niet duizenden motoren. De straat oversteken was vergelijkbaar met een oversteek op het circuit van Assen, alleen dan met tig keer meer motoren. Voetje voor voetje schuifelde ik dan ook de straten door op weg naar het hostel dat ik via medereigers aanbevolen had gekregen; Hanoi Backpackers hostel was de naam. Ik checkte in en betaalde voor de eerste nacht 120.000 Vietnamese Dong, zo’n 4 euro.
In mijn 12-persoonsdorm trof ik alleen maar Engelse jongeren van een jaar of 20 aan. Het enige waarover ze spraken was prostitutie, drugs en drank. De ene had het deze vakantie met wel 10 gedaan en de ander met wel 15, gaap! Het was een stelletje ongeregeld eersteklas. Mijn eerste indrukken van de hoofdstad van Vietnam waren dan ook niet om over naar huis te schrijven.
Terwijl de jongeren ’s avonds in de straten van Hanoi op zoek gingen naar nieuw vertier sloot ik de ogen. Met dit soort gasten wil ik toch echt niet worden geconfronteerd.
Helaas was er geen ontkomen aan. De één na de ander kwam op een ritme van om de 15 minuten de kamer binnen stiefelen. De één wist de deur nog harder dicht te gooien dan de ander. En voor ik goed en wel aan “normale nachtrust” toe wist te komen, was het inmiddels 5 uur ’s nachts.
De eerste “hooligan”, want dat zijn het, ging om 7 uur alweer zijn bed uit. Luidruchtig stond hij dan ook een half uur lang zijn tas in te pakken. Om moe van te worden. Als je weet dat je de volgende morgen vertrekt, pak dan toch gewoon je tas de avond van tevoren in! Zo ging dat een tijdje door. Rond een uur of negen besloot ik zelf ook maar het daglicht te aanschouwen en gauw op zoek te gaan naar een normaal hotel, want dit trok ik echt niet!
Twee straten verderop zit een guesthouse. Voor 8 euro per nacht, het dubbele dus, kon ik een eenpersoonskamer boeken. Dat heb ik maar gedaan, want een beetje nachtrust kon ik na een stuk of wat gebroken nachten wel gebruiken.
Al dat geharrewar met hotels zorgde ervoor dat ik bijna de stad nog niet in was geweest. Ja, om van hotel naar hotel te hoppen. Het werd dus ’s middags tijd om Hanoi eens van dichtbij te bekijken.
Wat een hectiek allemaal! Iedereen probeert wat aan je te verkopen, het verkeer suist langs de oren en om de 5 meter is er wel een mogelijkheid om bij iemand achterop de motor de stad te verkennen; “sir, motorbike?” waren dan ook de meest gehoorde woorden van de dag.
Ik perste mezelf door toeristen en verkeer “the old quarter” van Hanoi door. Dit kon toch niet het reizen zijn zoals ik me dat had voorgesteld? Het lijkt wel of ze alle, voornamelijk asociale, toeristen bij elkaar hebben geraapt en losgelaten in de oude stad van Hanoi. Ik heb dan ook niet echt genoten die dag. Oorzaak kan natuurlijk ook het in gebreke blijven van een paar goede uren nachtrust, waardoor ik het allemaal even niet meer trok.
Om de avond toch nog een beetje cachet te geven besloot ik het “Waterpuppettheater” te bezoeken. In een theater is het tenminste rustig en er kan dan in ieder geval geen verkoper gaan zeuren of ik zijn achterlijke, onnodige spullen wil kopen! Het bleek een goede keuze. Een uur lang heb ik gekeken naar een voorstelling waarin de geschiedenis en cultuur van Vietnam uitgebeeld worden door trekpoppen die in het water van het theater sierlijk hun bewegingen maakten. Stiekem was ik op de show geattendeerd door mijn zus, die een aantal jaar geleden al in Vietnam was geweest. Nog bedankt daarvoor!
De volgende ochtend besloot ik het oude gedeelte van Vietnam uit te gaan en naar een dode oude man te gaan kijken. Ho Chi Minh is de naam. De voormalige leider van, voornamelijk, Noord-Vietnam ligt al een jaar of 40 ter bezichtiging opgebaard in het mausoleum van de stad. Ik kan je vertellen, hij is echt dood! Ik wilde het gewoon even checken. Het is de derde keer dat ik een opgebaarde “grote wereldleider” heb mogen aanschouwen. Lenin en Mao Zedong hebben eerder de eer gehad om mij in hun frisse etablissement te ontvangen. Ho Chi Minh is toch wel heel creepy.
Als je het mausoleum van de voormalig leider betreedt, dan zie je eerst alleen zijn verlichte handen, als je dan om de kist heenloopt wordt het volledige corpus van de man zichtbaar. Je mag niet stilstaan, je moet blijven lopen. Zo nu en dan krijgt er iemand een flinke duw als hij of zij te langzaam loopt. Zo kreeg ik ook even een duwtje in de rug van een bewaker. Helaas mochten er geen foto’s worden gemaakt, anders had ik die natuurlijk wel geplaatst.
Na, ik denk, minder dan 30 seconden kom je in de souvenirshop terecht, want aan een lijk kun je geld verdienen! De hele shop was beplakt met reclame van “Pepsi”. Toch een rare gewaarwording als je je bedenkt dat Ho Chi Minh een behoorlijke tijd in onmin heeft geleefd met de Amerikanen (wie heeft Tour of Duty niet gezien?)!
Voor de finishing touch is er een museum over de man te bezichtigen, waarin al zijn “heldendaden”, zo wordt het natuurlijk aan de Vietnamezen uitgelegd, tentoon zijn gesteld. Ook Vietnam is een dictatuur en toevallig vinden op de dag dat ik dit bericht post hier de verkiezingen plaats. Ik ben benieuwd wie er wint, er doet namelijk wel één partij mee, de communistische!
Om alle indrukken een beetje te verwerken verblijdde ik mezelf met een colaatje in een café. De warmte, zo’n 35 graden, maakt dat je niet de hele dag door de stad kan slenteren. In het café kwam ik twee Oostenrijkse dames tegen die met een Duits pratende gids de stad onveilig maakten op een brommer. Ze kamen net bij de Hao-lo gevangenis vandaan. Dat is een cachot geopend door de Fransen in de negentiende eeuw, maar gebruikt door Vietnamezen, Fransen en Amerikanen om verschillende bevolkingsgroepen in vast te zetten. Één ding is zeker, Vietnam is door de jaren heen door heel wat oorlogen geteisterd. Waren het in een ver verleden de Mongolen en de Chinezen. In een minder ver verleden zijn de Fransen en Amerikanen bezig geweest.
Nadat ik de dames samen met de gids, op een te kleine scooter, had gefotografeerd ging ik zelf ook maar een kijkje nemen in de beruchte gevangenis. En aangezien er al 3 dagen mensen aan m’n kop zeurden over het meerijden op een motorbike, besloot ik maar eens een poging te wagen, altijd maar lopen is ook zo wat! Voor het schrikbarende bedrag van 20.000 Dong, zo’n 60 eurocent, mocht ik al achterop. En daar suisden we dan met een rotgang door de te drukke en te smalle straten van Hanoi. Gaaf was het wel! En je gaat als een razende Roeland door de stad, is ook weleens lekker.
Vijf “bijna-ongelukken” later kwam ik aan bij de, van origine, Franse gevangenis. Een uurtje heb ik staan kijken naar de meest bizarre martelwerktuigen. Er stond een guillotine, er waren krappe cellen te zien, waar soms wel 10 man tegelijk ingepropt moesten worden en John McCain, de oud presidentskandidaat van Amerika, prijkte er op de foto. Hij heeft namelijk in de Vietnamoorlog nog vastgezeten in Hao-lo.
’s Middags struinde ik nog wat door een park en ’s avonds nog met wat Fransen zitten drinken in een café. Laat maakte ik het niet, want de volgende dag moest ik alweer om half zeven op om de trip naar Halong Bay in te zetten.
Ik had een tweedaagse trip geboekt naar de plek zo’n 200 kilometer van Hanoi vandaan, aan de kust. Halong Bay is letterlijk een wonder der natuur; 1600 puntige eilandjes die uitsteken boven het oppervlak van de groengekleurde zee. De plaatjes beloofden veel goeds en ook de verhalen die mijn zus erover vertelden verplichtten me zo’n beetje om de plek te bezoeken.
Voordat ik bij het hotel werd opgehaald, eigenlijk te luxe voor een backpacker, kon ik mijn was oppikken bij de receptie. De T-shirts en korte broeken zagen er prima uit en de geur was ook naar behoren. Echter de sokken en onderbroeken hadden een ander voorkomen dan voor de wasbeurt. Op elk stuk kleding zaten oranje vlekken, de geur was wel fris, maar zo had ik het niet terugverwacht. Ik begrijp dat ik als Hollander de kleur oranje in mijn hart moet dragen, maar toch niet op mijn sokken en onderbroeken? De hotelmanager vond dat het er prima uitzag, maar ik ging letterlijk uit mijn pannetje. Hij bleef maar zeggen “smell, it’s so nice”. “No it isn’t” zei ik, “you really messed up my laundry!”. Hij wilde er niet in meegaan en schoof gewoon de rekening onder mijn neus. Hoe laag de prijs ook was, ik wilde niet betalen, uit principe. Waar koop je namelijk nieuwe sokken in maat 48 in dit soort landen? Ik moest me vereenzelvigen en accepteren dat ik de aankomende tijd oranje door het leven zou gaan. Ik liep dan ook boos terug naar mijn kamer en pakte mijn tas in. Toen ik aankwam bij de net gewassen t-shirts bleek dat er één niet bij zat. Dat was dan ook het moment waarop ik mijn kunsten tot tien tellen weer eens uit ging proberen. Toen ik mezelf weer een beetje bij elkaar geraapt had liep ik naar beneden en zei tegen de idioot van een hotelmanager “there is one piece missing”. “Impossible” zo zei de flapdrol. Om het een beetje aan te dikken vertelde ik dat het shirt “really expensive” was.
De man ging op zoek in de tassen van andere reizigers en uiteindelijk kwam ie daar verfrommeld en al uit een tas met vieze was van een ander. Ik stond letterlijk op het punt van ontploffen. De man wilde het echter goed maken door een bak koffie aan te bieden, onacceptabel. Ik greep het shirt uit zijn handen en smeet de deur van het washok keihard dicht, een lekker begin van de dag!
De bus naar Halong Bay stond, door alle wasvertraging, al een tijdje buiten het hotel te wachten. Slecht gehumeurd stapte ik in en ontmoette daar mijn reisgenoten voor de aankomende twee dagen; twee Australiërs, twee Amerikanen, een Britse, een Duitser en vier Maleisiërs (of hoe je dat ook schrijft). Samen met hen maakte ik de 4 uur durende busrit naar Halong City, waar we op de boot stapten voor een tweedaagse trip door schitterende natuur. Foto’s kunnen dat nog het best beschrijven, daarom hieronder een stuk of wat daarvan toegevoegd.
We hebben gezwommen, gekanood, grotten bezocht, gevist en bovenal veel gegeten. De trip werd een succes, en dat kon ik wel gebruiken na al die “tegenslagen” tot nu toe in Vietnam. Ik denk zowaar dat ik een beetje ga houden van dit land, al is het daarvoor nog te vroeg.
Enig minpuntje was de zelf gevangen rauwe inktvis die ik gegeten heb. Ik ben al niet zo’n viseter, en om dan rauw een vis naar binnen te werken waar de inkt uitloopt, ik heb weleens betere ideeën gehad. Maar ja, de hele groep deed het, en dan wil ik uiteraard niet achter blijven. De darmpjes zijn op het moment van schrijven dan ook een beetje van streek. Misschien dat dat helemaal niet komt door die vis, maar bij de gedachte aan het eten ervan, draait de maag zich nog steeds drie keer om, bah! Ach, na, zegge en schrijve, ruim 8 weken op reis in dit soort “apenlanden” wordt het ook wel eens tijd voor een voedselvergiftigingtje, is het niet?
-
22 Mei 2011 - 16:42
Miezemuis:
Pinjoo:)
Ik dacht, wat een lang verhaal. Dat wordt hem niet, maar ik ben alweer klaar. Goed om te lezen dat je lekker bezig bent en ben aardig jaloers als ik dit zo lees! Maarja, ik moet maar doen met de babi pangang van de afhaal Chinees.
Groete
-
22 Mei 2011 - 16:58
Mark:
Zo, goede-morgen zeg. Lekker hectisch dagje/dagen daar in Vietnam. Goed om te lezen dat je desondanks toch goed staande weet te houden.
Succes met de darmpjes en de komende avonturen!
Marky
Ps: gefeliciteerd met de 3e ster :D -
22 Mei 2011 - 18:40
Pa:
Het is goed dat we je altijd geleerd hebben tot tien te tellen voordat je boos wordt, blijf dit vooral doen want we willen je graag in gezondheid weer terug zien t.z.t.
Fijn dat ik weet dat je me na de wedstrijd van het jaar in de armen had willen vliegen, dit is uiteraard
wederzijds en dan hadden we samen ook nog het museumplein opgezocht.
Misschien het volgende jaar, je weet het nooit.
Veel plezier, hou je haaks en blijf tot tien tellen.
Groeten Pa
-
22 Mei 2011 - 20:05
Rene Van Keken:
He man heb je al wat centjes verdiend met toeteren, zal wel want in al die landen zal het anustromperteren niet echt volkssport nummer een zijn toch.
Leuke verhalen heb je geschreven nou toeter nog maar een eind weg dan hoeven wij dat niet aan te horen.
Groetjes Rene -
23 Mei 2011 - 09:10
Karin:
Fijn dat het toch nog leuk is geworden in vietnam! Anders ga ik me bijna schuldig voelen! Maar hoe verder naar het zuiden hoe leuker! Vonden wij tenminste.
Groetjesss!!! -
23 Mei 2011 - 11:15
Jouri:
Mannen met geweren, 12 bed-dorm, dronken engelsen, "schone was", eenzaam reizen en af en toe wat regen.... Kortom, life of a backpacker :-)
Goed om te lezen dat je het nog steeds naar je zin hebt!!
Veel plezier in Vietnam en denk om de centjes he...
Mzls Jouri -
23 Mei 2011 - 20:37
Patrick:
Mooi verhaal weer, vooral met het hoogtepunt Ajax in het midden!!!! Zit nog steeds na te genieten (van je verhaal...) -
28 Mei 2011 - 09:12
Ome Jan Uit IJsselst:
Sander, wij leven helemaal met je mee en wat zie je veel.Ook ik heb aan je gedacht toen Ajax moest voetballen.Ze hebben het maar geflikt!
Goede reis verder en geniet ervan. -
11 Juni 2011 - 22:44
Onkle Jon,:
He Sander,
Ik weet dat ik een beetje traag ben met deze reactie maar ik loop een beetje achter met lezen. Ben bijna bij nu. Maar ik moet even kwijt dat ik heel goed weet hoe je je voelde bij de wedstrijd Ajax-Twente. Zo zit ik al jaren zoals je weet. Ja, op zulke momenten voel je je eenzaam in den vreemde. Maar goed, "vroeger" moest ik het weken later uit de krant halen. Vooral toen Oranje in een ver verleden het EK won. Ik wist niet eens dat ze de finale gehaald hadden. Er was ook niets van op TV. Het is het verschrikkelijkste wat ik ooit heb door moeten maken man.
Nou neefje: Veel sterkte en plezier nog hoor.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley