Terug van weggeweest
Door: Sander Griffioen
Blijf op de hoogte en volg Sander
05 Juli 2011 | Hong Kong, Hong Kong
Ik stapte die bewuste woensdag naar de balie van Emirates om in te checken op het vliegveld in Bangkok. Ik zou met een A380 vliegen, het vliegtuig waar Airbus bijna aan onderdoor ging met betrekking tot de ontwikkelingskosten. Ik was toch stiekem wel benieuwd hoe het zou zijn om in een vliegtuig te zitten waar ongeveer 800 personen in één keer door de lucht naar hun bestemming kunnen worden gebracht. Vroeger stond ik regelmatig met mijn broer bij Schiphol te kijken naar vliegtuigen die naar de meest tropische uithoeken van onze wereld vertrokken of terugkwamen. Als er dan een 747 richting de landingsbaan kwam, dan waren we allebei verrukt om te zien hoe zo’n groot gevaarte in de ankers ging op de landingsbaan om voor het eind tot stilstand te komen.
Een A380 had ik nog nooit gezien, wel veel van gehoord. Wie had ooit gedacht dat een voertuig ter grote van een cruiseschip de lucht in zou kunnen? Het moet iets waanzinnigs zijn om zo’n enorm toestel voor de gate te zien staan. Als een kleine jongen vroeg ik dan ook aan de balie of ik een plaatsje bij het raam kon bemachtigen. “Nee”, zo zei de steward met flinke onderkin. “Helaas, de vlucht is overboekt, dus we zullen u moeten transfereren naar een andere maatschappij”. “Nee”, was mijn antwoord. Dit kon gewoon niet waar zijn! Ik vroeg of er nog wat gecompenseerd kon worden, altijd een slaatje slaan uit situaties natuurlijk! Dat kon wel, ik kreeg wel 4 euro om een hamburger te kopen, joepie!
Flink teleurgesteld stapte ik uiteindelijk in een doorsnee 737 van Thai Airways. Wel had ik een plaatsje bij de nooduitgang weten te bemachtigen. Naast mij zat een man met duidelijk een maatje meer. Zijn vetrollen maakten het voor mij onmogelijk om mijn rechterarm ter ruste te leggen op de leuning die hij bezette.
Het was voor de rest een prima vlucht met meer luxe dan ik tot nog toe gewend was. Zo had ik een afstandsbediening waarmee ik zelfs, waarschijnlijk voor een exorbitant bedrag, kon bellen. Misschien was de vlucht wel beter dan in zo’n A380, maar de wrange smaak van het missen van zo’n ervaring kon het niet wegspoelen.
Toen ik aankwam in Hong Kong wilde ik eerst maar eens een hotel gaan zoeken, maar op borden zag ik staan dat het ook mogelijk was om dezelfde dag nog door te gaan naar “Mainland China”. Als me dat op de dag van aankomst nog zou lukken, dan zou dat enorm veel tijd besparen. Ik liep richting een balie, waar ze me bijna hyperventilerend vertelden dat ik twee minuten later al met een bus meekon naar Guangzhou, zo’n 200 kilometer boven Hong Kong, maar dan zonder “status aparte”. Er werd een sticker op mijn shirt geplakt en ik werd letterlijk de bus ingeduwd, op weg naar de grens voor een derde bezoek aan China.
De grens tussen Hong Kong en China is één van de makkelijkste overgangen om te nemen. Je slingert je paspoort op de balie, er wordt een stempel gezet, je stopt je tas in de scanner, pakt ‘m weer op en hop je staat weer in China. Fluitje van een cent. Heel anders dan toen ik bijvoorbeeld vanuit Kazachstan het land binnenkwam. Daar hebben we geloof ik, inclusief wielen wisselen, 7 uur aan de grens staan treuzelen.
Toen ik in Guangzhou aankwam was het inmiddels donker. Het is altijd naargeestig om op zoek te gaan naar een hotel in een miljoenenstad als de nacht valt. Daarnaast kwam de regen nota bene met bakken tegelijk naar beneden. Iemand boven mij had duidelijk problemen om z’n luier op de juiste plek te houden.
Ik zocht niet lang en accepteerde een hotel voor zo’n 15 euro per nacht. Het was niet veel soeps, maar ach, de volgende dag zou ik het pand alweer verlaten om mijn weg te vervolgen naar Guilin. De stad waar het ten tijde van mijn vorige bezoek ook al zo met bakken uit de hemel kwam. Ik wilde de stad nu eens goed bekijken, want er was zoveel meer!
De volgende ochtend suisde ik met de metro de stad door op weg naar het treinstation. Na een uur wachten, heerlijk om weer eens moeilijkheden te hebben bij het boeken van transport, werd mij doodleuk aan de balie verteld dat ik voor Guilin in een andere rij moest gaan staan. Tuurlijk, geen probleem, dan ga ik toch gewoon weer een uur wachten.
Een uur later stond ik dan eindelijk voor de “juiste balie”. Helaas, het gordijn werd vlak voor mijn neus gesloten, het was immers tijd om te lunchen, logisch, dan ga ik toch gewoon weer in een andere rij staan. Ook daar stond ik weer een uur te wachten, maar nadat ik die rij met succes had afgewerkt stond ik dolblij met een ticket naar Guilin, voor dezelfde avond nog, in mijn handen. De rest van de dag struinde ik door de straten van een stad waar 15 miljoen Chinezen, op zich op een ordentelijke wijze, met elkaar het leven delen.
Om 17.30 uur stond de trein klaar. Van binnen vierde mijn lichaam feest, eindelijk weer in zo’n trein waar Chinezen altijd druk, maar gezellig met elkaar naar hun bestemming gaan. Iedereen eet maar raak, gooit dingen op de grond, drinkt alsof het een lieve lust is en hier en daar wordt er een illegaal gokspelletje gespeeld. Het is net alsof het normale leven in de trein voor even stil wordt gezet. Ik genoot die avond in de trein.
De volgende ochtend was de pret wat minder, want om 5.30 uur stond ik al op het station van Guilin. En opstaan is, zoals menigeen inmiddels weet, nou niet bepaald mijn grootste hobby. In de stad van de prachtige, groene bergen, pakte ik direct de bus naar een klein plaatsje vlakbij, Yangshuo. Ook daar was ik al eerder geweest, maar door tijdgebrek heb ik er maar één dag kunnen rondstruinen. Daar ontmoette ik ook weer een paar locals van eerder deze reis, waaronder de Chinese Lisa Lee, die duidelijk gecharmeerd was van mijn terugkeer. We aten die avond wat met elkaar, namen een drankje en vierden, uiteraard onder het genot van menig bierspel, feest.
De volgende dag liet Lisa me de omgeving zien. Je kunt nog zoveel toeristische boeken lezen, maar iemand die uit de omgeving zelf komt, weet altijd beter waar naartoe te gaan. We fietsten tussen mooie rijstvelden, hoge bergen en mooie meren. Het was een leuke dag, die we wederom afsloten op het dakterras van het hotel met een drankje.
De volgende dag regende het uiteraard weer, mijn hele reis wordt er zo’n beetje door gekenmerkt. En aangezien alle activiteiten in het dorpje zo’n beetje buiten plaats vinden, zat er niet veel anders op dan een beetje hangen en een potje tafeltennis spelen. Is ook niet erg zo af en toe, maar als het dan de volgende dag weer met bakken uit de lucht komt, dan wordt het toch echt tijd om ergens anders naartoe te gaan. Ik besloot daarom die dag terug naar Guilin te gaan, om dan de volgende dag de trein te pakken naar Shenzen. Daar kan je de grens over lopen naar Hong Kong. Een stad, waarvan ik dacht dat er genoeg binnen activiteiten zijn.
De trein naar Shenzen had alleen nog zitplaatsen beschikbaar. Een reis van 14 uur in een stoel was nou niet bepaald het meest florissante vooruitzicht, zeker niet na mijn eerdere ervaring; 36 uur in een stoel van Xian naar Kunming. Toen ik de trein instapte besloot ik daarom iets oneigenlijks te doen. Ik stak 100 Yuan (zo’n 10 euro) in het borstzakje van de conducteur met een gebaar dat ik graag een slaapplaats wilde. Na een half uur kwam de man mij halen en bracht me naar zijn eigen coupe, waar twee bedden stonden. Zo sliep ik die nacht dan ook heerlijk in een rustig, afgesloten coupe samen met de conducteur, en dat voor slechts 10 euro.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd had ik ineens een enorm opgezette klier achter mijn kaak zitten. Iets dat ik kende van de tijd dat ik regelmatig kampte met keelontstekingen. Daar zat ik nou niet bepaald op te wachten. Ik voelde me enorm verzwakt en was dan ook blij toen ik een hotelkamer wist te bemachtigen in Chunking Manssion.
Als het al mag doorgaan voor een hotelkamer. Het is niet meer dan een plank met daarop een matras. Van de oude gordijnen hebben ze beddengoed gemaakt en de airco komt uit de tijd dat militairen nog in greppels lagen om de aanval van Duitsers te verijdelen. Het vochtgehalte in de kamer was ook hoog, niet bepaald lekker als je een opkomende keelontsteking hebt. Het is zo’n beetje de goedkoopste accommodatie die er in Hong Kong te krijgen is.
Na het inchecken, bij een man waarvan ik eerst dacht dat het Bin Laden was (hij is niet dood), plofte ik neer en viel in slaap.
Ergens in de avond werd ik wakker van veel pijn achter m’n kaak. De opkomende keelontsteking was zich aan het verergeren. Van de dokter had ik gelukkig uit voorzorg antibiotica meegekregen. Ik besloot mezelf maar een recept voor te schrijven en te hopen dat het niet veel erger dan dit zou worden.
De twee dagen die volgden waren verschrikkelijk. Ik hoestte als een zeehond en buiten regende het als een gek, wat niet ten goede kwam van de keelontsteking. Een paar uur per dag waagde ik me op straat, maar gaf de strijd al snel op, het lichaam was te zwak om ook maar iets te doen. Op de derde dag kon ik rond een uur of elf in de morgen toch wat meer dan twee stappen buiten het bed zetten. Buiten regende het nog steeds. En als je het hier over regen hebt, dan is dat niet, zoals in Nederland, een beetje miezer, nee, hier gaat het dan om een soort waterval gelijkend Niagara.
Op dit soort momenten verlang je wel een beetje terug naar huis. Gewoon de koelkast open kunnen trekken, wat te drinken pakken, een broodje met kaas of nog beter, een broodje kroket.
Ik besloot maar een bioscoop te bezoeken. In Nederland zou ik dat nooit alleen doen, maar hier vond ik het een goede manier om de tijd te doden, wachtend op het moment waarop iemand de kraan dicht zou draaien. Ik was niet de enige die alleen in de bioscoop zat. Het kenmerkt Hong Kong, een stad waar 10 miljoen mensen dicht op elkaar wonen, maar waar niemand elkaar kent. Misschien komt het door het weer, maar iedereen kijkt zo verschrikkelijk chagrijnig. Ik noemde het dan voor mezelf ook wel “the city of sad faces”. Het is net New York. Enorm veel mensen dicht op elkaar, maar niemand kent z’n buurman. Zaken, daar draait het om. Gezelligheid? Dat is een Nederlands woord en in geen enkele andere taal te vertalen, en met een reden.
Het was niet bepaald een film voor mij. Zo’n beetje alle spelers vonden voor het einde wel ergens hun Waterloo. De één na de ander werd neergeschoten in een gangsterdrama uit Groot Brittannië, “London Boulevard” heet het volgens mij.
’s Avonds was het zowaar droog en ik besloot daarom het nachtleven van Hong Kong maar eens van dichtbij te bekijken. Je moet goed zoeken, maar tussen alle toko’s met prostitutie zitten zowaar ook een paar gezellige gelegenheden. Ik ging in een kroeg zitten waar twee mannen een behoorlijk stukje gitaar aan het spelen waren. Als je alleen bent, dan zijn dat soort gelegenheden altijd uitstekende keuzes. Als je niemand hebt om mee te praten, dan heb je in ieder geval iets om naar te kijken.
Naast mij zat een koppel, waarvan duidelijk was dat de eerste date niet zou leiden tot een voortzetting. Terwijl de man alle drankjes betaalde, zat de jongedame verveeld voor zich uit te staren. Op een gegeven moment ging ze zelfs met mij kletsen en ze begon me nog te betasten ook. Heel gênant voor de man die haar mee uit had gevraagd. Ze vertelde dat ze niet goed wist hoe ze van hem af moest komen. Ik vertelde dat ze op deze manier waarschijnlijk niet lang hoefde te wachten alvorens de man het strijdtoneel zou verlaten. Ik voelde me niet echt op m’n gemak en had ook niet zo’n zin om in één of ander raar scenario terecht te komen. Gelukkig verliet de man op een gegeven moment het etablissement. Ik vertelde de dame dat het haar gelukt was, maar dat ik verder gezelschap met haar nou niet echt als een ideale avondbesteding zag. Ook zij ging weg, en ik kon weer ongestoord luisteren naar de prachtige klanken die de twee gitaristen lieten horen.
Later die avond sprak ik met een Nieuw Zeelander die twee keer per jaar Hong Kong bezoekt. Hij vindt de stad helemaal het einde en had duidelijk andere ervaringen dan ik. Al moet ik zeggen dat de betreffende avond een heel stuk goed maakte. We babbelden wat tot er ineens een opdringerige dame uit Indonesië tegen me op stond te rijden. In Azië is het altijd maar de vraag of iemand oprecht in je geïnteresseerd is of dat ze betaald worden door de kroegeigenaren om de mannen geld uit de zak te kloppen, en uit een andere zak weer wat anders, maar daar bespaar ik de details.
Ik had er een raar gevoel bij. Ze was me iets te opgetogen met mijn aanwezigheid. Ik besloot daarom de avond maar ten einde te brengen. En ja hoor, daar kwam het voorstel; ze wilde de avond wel met me doorbrengen voor zo’n 500 Hong Kong dollar (50 euro). Ik kon het niet laten hard te lachen en vertelde dat misschien de Nieuw-Zeelander wel interesse had, toedeloe!
Op vrijdag 1 juli vond ik het genoeg in Hong Kong. Ik was ook een beetje klaar met mijn etablissement. Het matras was gewoon nat, zo vochtig was het in de kamer en de eigenaar was nou ook niet bepaald een man die voor vriendelijk doorging.
Zes jaar geleden was ik eens in Macau geweest, een ex-kolonie van Portugal, dat in 1999 teruggegeven werd aan de Chinezen, net als Hong Kong. De stad wordt ook wel het Las Vegas van het oosten genoemd door alle gokpaleizen die er de laatste jaren verrezen zijn. Het is zelfs het Amerikaanse “Gokmekka” voorbij gegaan als het gaat om geld dat erin omgaat. Macau heeft een “status aparte”, net als Hong Kong. Het is nu wel van China, maar heeft haar eigen wetten. In China is het bijvoorbeeld verboden om te gokken, in Macau is daar echter niks van te merken. In vergelijking met zes jaar geleden ken ik de stad niet meer terug. De ene wolkenkrabber na de andere is verrezen. Het ene gebouw is nog lelijker dan het andere, maar de Chinezen vinden het geweldig. Hoe meer kitsch er wordt gebouwd, hoe harder de Maoïsten staan te klappen, lijkt het wel. Eerlijk is eerlijk ook ik keek mijn ogen uit. Een Hummer is in Macau maar een doorsnee auto en als hotel tel je pas mee als je boven de 200 meter uitstijgt. Niks deed mij denken aan het “armoedige” Macau dat ik kende van mijn vorige bezoek.
Macau is te bereiken via helikopter of veerboot. Ik koos voor het laatste vervoersmiddel, dat me binnen een uur over 65 kilometer naar de haven van de gokstad bracht. Ik had pech bij aankomst. De inwoners van Hong Kong hadden namelijk hun feestdag. Massaal trekken ze dan ook voor een weekend naar de overkant van de sloot om de zuurverdiende Dollars over de balk te smijten.
Het resulteerde voor mij in een bizarre zoektocht door de straten van Macau naar een onderkomen voor een paar nachten. Ik kwam om 14.00 uur aan, en om 19.00 uur had ik nog steeds geen hotel gevonden. Ik werd zo langzamerhand wanhopig, terug naar Hong Kong kon ik ook al niet, want de boot ging niet meer. En laten we wel zijn, als je eindelijk op een bestemming bent, dan laat je je niet wegjagen. Ik besloot, wanhopig als ik was, maar in een internetcafé een hotelkamer te boeken. Het goedkoopste alternatief dat ik vond was 80 euro per nacht in het Beverly Plaza hotel van de stad. Ook dat ging, zoals alles die dag, niet zonder slag of stoot. De boekingsbevestiging kwam maar niet binnen op de mail. Via Skype belde ik dan ook Agoda (boek daar nooit!) om te vragen wat er aan de hand was. De server lag plat en het kon nog wel even duren voordat mijn bevestiging per mail binnen zou komen. Ik vroeg dan ook of ik zonder dat papiertje bij het hotel aan kon kloppen. “Nee”, zo vertelde de man, “alleen met een bevestiging kunt u inchecken”. Zo zat ik in dat café maar te wachten op het moment dat het gewilde papier eindelijk in de mailbox zou vallen. Om 23.00 uur, ik herhaal, 3 uur gewacht, was het dan zover. Ik kon mijn weg vervolgen naar het duurste hotel waar ik ooit geslapen heb.
Het was stiekem wel grappig om met een backpack op de stoep van een hotel te staan, waar een man met hoge pet verbaasd de deur voor me opende. “Bent u hier wel goed?”, vroeg de man. “Natuurlijk, ik slaap altijd in dit soort hotels, is daar wat mis mee?” De man liet mij door en zo stond ik, met een flinke zoutkorst van al het gezweet van die dag, voor de balie van een hotel dat niet backpackwaardig genoemd kan worden. Ik gaf mijn, met moeite bemachtigde, papiertje aan de baliemedewerker. Ook dat ging weer niet soepel. De reservering was namelijk nog niet doorgekomen en het hotel was eigenlijk volgeboekt. Na lang soebatten en verscheidene malen wanhopig op de reservering wijzend, kreeg ik een betere kamer toegewezen voor hetzelfde bedrag. Ik zou me voor geen goud bij die balie weg laten slaan om, inmiddels, 24.00 uur.
Ik deed mijn pasje in de deur en toen opende zich een verbazingwekkend mooie kamer. Zo’n 40 vierkante meter, twee tweepersoonsbedden, een jacuzzi, een bureau, breedbeeldtelevisie, een heerlijke zitbank en een uitzicht om “u” tegen te zeggen. Zo keek ik vanuit mijn hotelkamer uit over alle lampjes die Macau rijk is. Helemaal lekker sliep ik niet. Ik bleef maar piekeren over het, voor mijn begrippen, enorme bedrag dat ik betaald had voor de kamer. In de rest van Azië kan je daar wel 16 nachten van slapen. Maar ach, ik had van RTV 9 nog een flinke fooi gekregen waar een deel van de kosten mee gedekt konden worden. Zij hadden immers gezegd “als je alle hostels zat bent, neem dan op onze kosten eens een fijn hotel en een lekkere douche”. Nou, dit was meer dan dat.
De volgende dag liep ik langs de bezienswaardigheden van de stad. Een oude kerk, de burcht en het historisch museum zijn er een paar van. Het is een compacte stad, alles zit er om de hoek. Vooral het museum over de historie is interessant. Zo las ik dat Macau bijna van Nederland zou zijn geweest. In de zestiende eeuw hebben wij ooit geprobeerd om de stad in handen te krijgen. Het was bijna gelukt, zei het dat er per ongeluk een kogel door de kerk werd geschoten. Een slecht teken, zo dachten de Hollanders, dus gingen ze op de vlucht. Als dat niet gebeurd was, dan hadden niet de Portugezen, maar de Nederlanders er historie geschreven. Altijd leuk om een stukje vaderlandse geschiedenis terug te zien.
’s Avonds vond ik het toch echt tijd om, net als alle Chinezen, eens een gokje te wagen in één van de talrijke casino’s van de stad. Waar je in Nederland een hele inschrijving moet afleggen alvorens je een casino mag betreden, daar mag je in Macau gewoon zo doorlopen. Op sportschoenen liep ik er dan ook een aantal af. De één had nog meer grandeur dan de ander. Één casino maakte het helemaal wild met een draak die vanuit de grond omhoog kwam zetten in de lobby. Ook vond ik uit dat je in menig casino gratis kunt drinken en eten. Ook daar, uit oogpunt van kostenbesparing erg gunstig, maakte ik gretig gebruik van.
Ik wilde wel graag een gokje wagen, maar overal waar ik kwam was de minimale inzet voor, bijvoorbeeld een potje Black Jack, 200 MOP (20 euro). Het is me net wat te gortig allemaal. Ik zat meer te denken aan 1 á 2 euro per potje,” cheap ass” die ik ben. In “the Pharao’s casino” kon ik zowaar voor 100 MOP gokken. Nog veel te veel, maar als je dan eenmaal in zo’n stad zit, dan moet je wel. Ik besloot 10 muntjes te kopen en mijn geluk te beproeven. Het ging niet eens slecht. Ik won eerst 500 MOP, toen 1000 MOP, 1500 MOP en uiteindelijk zat ik zelfs op 2500 (250 euro) winst. Ik had het hotel waar ik verbleef dus ruimschoots terugverdiend. Ik gokte nog even door, maar het geluk bleef die avond niet aan mijn zijde. Ik verloor 750 MOP, maar stapte toen uit om mijn winst te nemen. 4 uur heb ik die avond gespeeld. Het is ongelooflijk om te zien waar anderen mee spelen. Er zat bij mij een man aan tafel die speelde om 5000 MOP per potje, 500 euro dus! Alles goed en aardig, maar dan is voor mij de lol van het spelen toch echt ver te zoeken.
Ik ging dus uiteindelijk met 1750 MOP naar het hotel. Die nacht sliep ik dan ook een stuk beter. Ik was ook blij dat ik de volgende dag weer “gewoon” naar Hong Kong kon gaan om daarvandaan weer te vliegen op Bangkok. Terug, op weg naar het oorspronkelijke reisdoel, Singapore!
Foto's volgen!
-
05 Juli 2011 - 19:03
Frank Van Oort:
Gaaf verhaal weer om te lezen en punten van herkenning in Hong Kong en Macau. Waren de kakkerlakken er ook nog in Chunking Manssion?
Elk verhaal heb je ook wel weer wat, nu de keelontsteking, wat is het de volgende keer?
Heel veel succes en geniet ervan! -
05 Juli 2011 - 20:04
Karin:
Lekker dat je een keer een luxe hotel gepakt hebt! Had je volgens mij wel verdiend na de pech met het zoeken en de hotelkamer daaarvoor en je keelontsteking. En heerlijk dat je een beetje geluk hebt gehad bij het gokken!
Veel plezier weer terug in bangkok!!! Hoop dat je deze landen nu ook weer meer kan waarderen.
Groetjesssss -
06 Juli 2011 - 20:18
(tante) Ineke:
Hoi Sander,
Goed om weer eens je verslag te lezen. Even dacht ik waar is ie toch? Je moet je echt beroerd gevoeld hebben een paar dagen. Heerlijk dan om weer beter te zijn en in zo'n lux hotel te slapen. Doe voorzichtig met gokken anders moet je vervroegd naar huis en dat wil je niet, zo te lezen. Je ouders gaven een gezellig feest met zang en BBQ, erg gezellig met het shanty koor. Je vader heeft gezongen ('t is moeilijk bescheiden te blijven)op zijn 60 e verjaardag . hij heeft echt een prima stem.
De groetjes uit Kockengen, ook van René. -
07 Juli 2011 - 20:46
Pa:
Hoi Sander
Jammer dat het weer wat tegenzat bij dit 2e bezoek aan Hong Kong, en als je een mooi gebied hebt bezocht dan valt het de 2e keer heel vaak tegen.
Als een dame je andere zak waar je het over hebt leeg wil kloppen hoop ik voor je dat dit spreekwoordelijk is want dan kun je inmiddels spreken over stuifmeel en ik hoop voor jou dat het nog vloeibaar is.
Een bezoek aan een arts is dan aan te raden.
Je kunt je ook nergens vervoegen of er staat wel een dame tegen je aan te duwen wat me wel bekend voorkomt want daar heb ik nu nog wel eens last van. Ik heb het op mijn verjaardag weer mogen (moeten) zingen "'t is moeilijk bescheiden te blijven wanneer je zo goed ben als ik".
Zoals je waarschijnlijk al wist had je moeder het Cabauws Weteringkoor uitgenodigd voor mijun 60e verjaardag, heel erg leuk trouwens.
Ik hoop dat je keelontsteking inmiddels weer over is en dat je voorlopig gevrijwaard mag blijven van lichamelijke ongemakken.
Heel veel succes bij het vervolgen van je reis en binnenkort op naar Australie
Groeten Pa
-
07 Juli 2011 - 22:08
Jouri En Annechien:
Goed verhaal! Tot spoedig! Enjoy!
mzls vanuit Japan!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley