Aftellen tot aan de Outback - Reisverslag uit Yulara, Australië van Sander Griffioen - WaarBenJij.nu Aftellen tot aan de Outback - Reisverslag uit Yulara, Australië van Sander Griffioen - WaarBenJij.nu

Aftellen tot aan de Outback

Door: Sander Griffioen

Blijf op de hoogte en volg Sander

12 Januari 2012 | Australië, Yulara

Na drie dagen was het genoeg in Sydney en werd het tijd om de natuur in Australië eens onder de loep te nemen. Net buiten de metropool bevinden zich de Blue Mountains. Waarom ze die naam dragen, is me nog steeds een raadsel. De bomen die er staan zijn nou niet bepaald blauw te noemen ofzo.
Al is het slechts 80 kilometer buiten de stad, we deden er toch zo’n 5 uur over om er te komen. Iemand had bedacht om, in het hoogseizoen van de Australiërs, de volledige weg naar de bergen te vernieuwen. Alles moest naar één baan, en zo kwam het dat we schoorvoetend onze entree maakten in het berggebied. We waren niet de enigen die bedachten om tussen kerst en oud en nieuw een blik te werpen op het natuurschoon. Half Azië was vertegenwoordigd, en ook menig Australiër maakte van de gelegenheid gebruik om een bezoekje af te leggen. Via ellenbogenwerk konden we onszelf een weg naar voren banen om dan toch een aantal foto’s van de vallei te maken.
De Blue Mountains staan bekend om de drie zusters. Het zijn drie rotspartijen die parmantig naast elkaar de vallei beeldvormen. Vanaf het uitkijkpunt kijk je kilometers ver het landschap uit. Toch was het moeilijk om er echt van te genieten tussen die kluwe aan toeristen. Menig Aziaat vond dat dat lange apparaat, zegge mezelf, maar eens aan de kant moest voor hun telelenzen.
Na twee uur besloten we, mede door de verlopen parkeermeter, maar eens een slaapplek op te zoeken.

Via de Tourist information hadden we begrepen dat er zo’n 20 kilometer van de trekpleister een gratis camping zou zitten. Tja, en aangezien we nog steeds echte Nederlanders zijn, besloten we daar maar heen te rijden. Het verbaasde me daarom niet dat er links en rechts van ons nog meer landgenoten hun weg hadden gevonden naar de spot. Ik had af en toe het idee dat ik op een camping in Zuid-Frankrijk stond in plaats van een plek zo’n 16.000 kilometer van waar ooit mijn wieg stond. Het werd dus een oer-Hollands avondje leuteren in mijn moederstaal. Gezamenlijk stookten we een kampvuur en dronken bier met sterke verhalen, iets waar ik natuurlijk niet goed in ben ;-).
De volgende dag maakten we nog een wandeling door de vallei waarvan uit we een prachtig uitzicht hadden op de rotswand waarop we de dag daarvoor de massatoerisme hadden getrotseerd.

In de middag besloten we gang te zetten naar de Australische Alpen. Zo’n 1000 kilometer lag er voor ons om uiteindelijk op “The Great Alpine Road” uit te komen. Al slingerend begaven we ons, die dag erop, door het hoogste berggebied van het land. Schitterende uitzichten passeerden we. Het verbaasde me dat de auto, toch 16 jaar oud en 250.000 kilometer op de teller, het hield. Het enige waar toch rekening mee moet worden gehouden is dat een auto brandstof gebruikt. Op de top van de laatste pas zat dan ook maar een kwart van de tank vol. Het autootje schijnt toch wat meer te gebruiken op haar weg naar boven. Niet wetende waar we konden tanken slingerden we ons een weg naar beneden. Zo min mogelijk gas geven en zoveel mogelijk in neutraal de remmetjes maar eens testen. Toen het lampje ook nog eens begon te branden en er nog lang geen dorp te bekennen was, begonnen we ons toch enigszins zorgen te maken. Zeker een half uur hebben we op die manier doodstil en met argusogen op de benzinemeter ons een weg naar beneden gebaand. Al pruttelend kwamen we dan eindelijk bij een dorpje terecht waar zowaar een pomp te vinden was. Toch een opluchting als je bijna geen andere auto tegenkomt. Dit soort situaties had ik verwacht in de Outback, maar toch zeker niet in dit gedeelte van het land. Voortaan dus maar eens wat eerder de auto voederen was het devies.

Die avond vonden we onze slaapplek zo’n 200 kilometer voor Melbourne, waar we oud en Nieuw in zouden luiden, op een camping die meer voor een schroothoop door kon gaan, dan een plek waar een tent opgezet kon worden. Australiërs hebben nog niet echt gehoord van een goed milieu begint bij jezelf. Het ene stuk roest werd gevolgd door het andere. Stiekem hoopte ik dat er nog een oude Mitsubishi Magna tussen zou staan, waar ik een zijdeur en een nieuw voorscherm vanaf kon stelen. Helaas, dat was niet het geval. Ook het nieuwe jaar moest mijn auto gehandicapt tegemoet.
Het was een wat troosteloze plaats om de laatste nacht van 2011 op door te brengen. Gelukkig maakte de barbecue een hoop goed. Want één ding is zeker; vlees braden op een rooster, daar zijn Australiërs goed in. Schoonmaken is echter één van de kwaliteiten die de inwoners van dit land ontberen. Spinnenwebben, roest, een hamburger van 20 jaar oud en wat al niet meer zat er op de bakplaat. Gelukkig was de eigenaar van de hoop schroot bereidt de plaat voor ons te reinigen.

De volgende morgen werd het tijd om Melbourne kennis te laten maken met de twee Hollanders. De laatste uren van 2011 zouden we in deze stad aftellen. Het zou Arie zijn eerste ervaring in een hostel worden. Menig mens heeft geprobeerd hem in het verleden in een slaapschuur te laten slapen…. mij is het gelukt. Het voordeel was dat de auto voor de deur geparkeerd kon worden. Van echt backpacken was dus geen sprake. De rugzakken hebben hoogstens twee minuten doorgebracht op onze ruggen. Arie liep schoorvoetend het onderkomen binnen. Het was voor hem een rare gewaarwording om de eerste nacht van 2012 door te brengen met acht vreemden. Ook ik ben er geen voorstander van, maar om nou vijfmaal de prijs te betalen voor een hotel……..
Het was een vreemdsoortige verlichting die er in het etablissement werd gebruikt. De gang had meer weg van een foute toko op de wallen, dan een plek waar de nodige uren slaap konden worden genuttigd.

Het was bloedheet in Melbourne, maar gelukkig was ons hostel vlakbij het strand. Die middag besloten we dan ook rustig aan te doen, zeker in de wetenschap dat het nog een lange nacht zou kunnen worden.
Om een uur of 19.00 uur begaven we ons naar het centrum van de stad. Federation Square zou het plein zijn waar het grote aftellen die avond zou plaatsvinden. Tot onze “grote schrik” was alcohol in de ban op het plein. Tja, ik vind het niet erg om een avond door te brengen zonder, maar om dat nou op de laatste dag van het jaar te doen…. Dan maar naar een kroeg om de hoek om de uren tot 24.00 uur te slijten. Om 23.00 uur terug richting het plein, want om nou in de kroeg af te tellen, dat is ook zo wat. Een coverbandje speelde wat platen om de tijd te vullen tot het “moment suprême”. Het was de meest vreemde jaarwisseling van mijn leven. Ik dacht nog eens terug aan alle gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Één ding is zeker, 2011 is een jaar om nooit te vergeten; 25 maart was de dag waarop ik op de bus stapte, bij bushalte gemeentehuis in Lopik, voor een groot avontuur. Negen maanden later stond ik eraan terug te denken op een plein zo’n 16.000 kilometer bij die plek vandaan, toch een vreemde gewaarwording.

Het dak ging eraf toen de klok uiteindelijk haar twee wijzers op twaalf had staan. Vanaf alle hoge gebouwen in de stad werd er vuurwerk, op het ritme van de muziek, de lucht ingeschoten. 10 minuten lang, en zo’n 10 uur voordat het in Nederland zo ver was, zagen we prachtig vuurwerk boven Melbourne uitstijgen. Daarna werd het tijd voor een afterparty. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Menig kroeg had van tevoren kaarten in de verkoop gedaan, waardoor wij telkens voor een gesloten deur stonden. Zo’n anderhalf uur slenterden we wat door het centrum, zonder ook maar een druppel alcohol te nuttigen. Uiteindelijk strandden we in een kroeg om de hoek van ons hostel. Voor 15 dollar konden we nog zo’n twee uur het feestgewoel tegemoet. De rest van de kroeg was op dat moment al op een andere planeet beland dan wij. Het was niet het feest waar we van tevoren zo op hadden gehoopt, maar uiteindelijk maakte het de avond toch nog een beetje compleet. Zonder ook maar een oliebol te eten gingen we rond een uur of vijf de eerste uren slaap van 2012 tegemoet.

De volgende dag trotseerden wij het warme water van de Pacific voor de traditionele nieuwjaarsduik. Het was best even bikkelen met een temperatuur van tegen de veertig graden, maar we hebben het toch maar mooi gedaan. “Scheveningen eat your heart out!”.
Voor de rest hebben we Melbourne bekeken, maar wat voor alle steden geldt in Australië, dat gaat ook op voor deze metropool; geen geschiedenis. Toch was het een mooie plek om het nieuwe jaar in te luiden, en daar zijn we dan ook voor gekomen.

2 januari werd het weer tijd voor een stukje natuur. Om de hoek van Melbourne bevindt zich “The Great Ocean Road”, één van de hoogtepunten van deze reis. In filevorming wurmden we ons een weg over het stuk asfalt langs één van de mooiste stukken kust ter wereld. Het was niet erg om in stoetvorming langs de zee te rijden. Zo hadden we alleen maar meer tijd om te genieten van al het moois dat de weg te bieden heeft. We strandden die avond op een gratis camping halverwege de route. Het was een prachtige plek om te overnachten; in een dal, bij een rivier en op loopafstand van de zee.
De alleenreizende buurman was wel content met het gezelschap uit Nederland. Hij had dan ook al snel een plek bij onze tent verworven om zijn sterke verhalen af te steken. De man, duidelijk onder invloed, bracht ons op de hoogte van alle “wistje, datjes”, om rond een uur of 21.00 al zwalkend terug te keren bij zijn kampement. Als een soort ramptoerist bekeken we of hij zijn eigen tent overeind kon houden, terwijl hij zijn bed opzocht. Zowaar dit keer ging het goed, maar de schade van eerdere avondjes doorzakken waren duidelijk aan het onderkomen af te lezen. Ach, ieder zo zijn eigen vakantie.

’s Ochtends ontwaakten we met een frisse duik in de rivier die de camping zo mooi maakt. De plaatselijke jeugd was toegestroomd om te zien hoe de Hollanders hun “goddelijke lichamen” in het ziltige water stortten, om daarna de auto weer te starten en de weg te vervolgen. Het mooiste van de route kwam nog; “De twaalf apostelen”, hoewel er op dit moment nog maar 11 staan. Een paar jaar geleden is namelijk één van de pilaren in zee gestort. Het tafereel, waarbij 11 rotsen hun hoofd boven de zee uitsteken is wereldberoemd.
Die dag stopten we hier en daar bij een adembenemend uitzichtpunt om uiteindelijk onze weg in te slaan richting Adelaide. Net voordat we de stad bereikten vonden we een motel waar we de nacht in doorbrachten.

Adelaide besloten we over te slaan. Melbourne en Sydney hebben ons niet genoeg kunnen overtuigen om deze derde stad van het land te bezichtigen. Misschien dat ik het ooit nog weleens ga bekijken, maar aangezien er nog zo’n 7.000 kilometer voor de boeg lag, was het ook niet erg om de stad links te laten liggen.
Wel moest de auto even aan een deskundige blik worden onderworpen. De aanvaring met opa Schumacher had er namelijk voor gezorgd dat de rechterband scheef af begon te slijten. En om nou de Outback in te rijden met een bijna afgesleten band, dat is ook weer zo wat.
Gelukkig hoefde de as alleen te worden uitgelijnd, wat voor een schappelijk bedragje van 52 dollar door de garage werd uitgevoerd. De reparatie zorgde er wel voor dat de bestemming van die dag, Coober Pedy, niet bereikt zou worden. In plaats daarvan sliepen we zo’n 300 kilometer voor de plek van bestemming in een motel.

Coober Pedy is misschien wel één van de meest schrale plekken van heel Australië. Als iemand mij uit het niets in deze stad neer zou zetten, dan zou ik denken in een heel ander land te zijn dan Australië. Overal zwervers op straat, iedereen is onderweg, maar waarnaartoe, dat weet niemand. Het is de opaalhoofdstad van het land. Ooit is iemand in de negentiende eeuw gestuit op een stukje kostbaar steen en vandaaruit is deze mijnnederzetting dan ook ontstaan. Gelukzoekers zijn ernaartoe getrokken, de één succesvoller dan de ander. Daar is dan ook de armoede vanuit ontstaan. Huis en haard werden opgegeven om fortuin te maken. Slechts enkelen slaagden daarin, anderen bleven achter met een desillusie. De stad doet dan ook een beetje troosteloos aan.
Het was ook de eerste keer dat ik met Aboriginals werd geconfronteerd. Pak hem beet zo’n veertig jaar geleden kregen de inwoners van het land nog een schouderklopje als er één werd omgelegd. Het volk heeft nooit de kans gehad om zich te ontwikkelen. Daardoor zwerven ze nu dan ook de straten af. Iets wat nog steeds een schrijnend gevolg is van het beleid dat de overheid van Australië heeft gevoerd. Ze zijn aan de drank, lopen met blote voeten over straat en wachten eigenlijk op de dag dat ze uit dit leven worden verlost. Het is de keerzijde van de medaille die Australië heet. Europeanen heersen er, terwijl het land eigenlijk van de Aboriginals is.
Toch heb ik er geen spijt van dat ik deze stad heb gezien. Het geeft een ander beeld dan ik had van het land.

Coober Pedy was voor ons het begin van de Outback van Australië. Voor mij toch wel een beetje het hoogtepunt; het grote niets in het midden van het land, met uiteindelijk de wereldberoemde rots die Uluru heet. Urenlang reden we door oranjegekleurde landschappen met hier en daar een boom. Ik had af en toe het gevoel dat ik op Roland Garros op zoek was naar een tennisbaan, maar het niet kon vinden. Ik wist wel dat het landschap die kleur had, maar zo oranje, dat verbaasde me wel een beetje.
Dan ineens doemt die grote rots op, Uluru, ook wel Ayers Rock genoemd. Van veraf is het een raar beeld. In velden of wegen geen berg te bekennen, en dan ineens die oranje knots! Toch was het niet de Uluru die de meeste indruk maakte in het nationale park. Even verderop ligt er namelijk nog een rotsformatie; Kata Tjuta. De formatie is hoger dan de Uluru, maar is niet opgetrokken uit één massief blok. Daardoor kan je er wel een fantastische wandeling tussendoor maken.
Twee dagen maakten we ons nuttig in het park om uiteindelijk door te trekken naar ander natuurschoon, 300 kilometer verderop, Kings Canyon.

  • 12 Januari 2012 - 09:15

    Ingrid Versluis:

    Het was weer een genot om je verslag te lezen wetende dat Arie dit ook allemaal meemaakt erg leuk.
    Nog veel reisplezier en dat jullie nog meer verrassende dingen mogen gaan bekijken.
    Sander & Arie groetjes uit Lopik

  • 12 Januari 2012 - 11:46

    Frank Van Oort:

    He Sander en Arie,

    gaaf verhaal, maar Arie in een hostel? Is daar bewijs van? Foto's?

    veel plezier daar en geniet ervan!

    Frank

  • 12 Januari 2012 - 12:12

    Karin:

    Wat een belevenissen weer! Geniet nog even van het rondreizen daar!

    Groetjes, Karin

  • 12 Januari 2012 - 16:55

    Erik (Pouw Vervoer):

    Super leuk om je verslag te lezen. Je bent een schrijftalent!

  • 12 Januari 2012 - 17:52

    Pa:

    Hoi Sander en Arie

    Jullie kunnen tenminste zeggen dat jullie het aazdurfden om een nieuwjaarsduik te nemen maar vertel er natuurlijk niet bij dat de buitentemperatuur 40 graden was.
    Je kan met een bijna lege tank altijd beter bergafwaards gaan dan tegen de berg op want dat wordt duwen en dat zal je waarschijnlijk Arie wel laten doen.
    Heel veel reisplezier toegewenst en misschien zaterdag weer op de radio.

    Groeten Gert

  • 12 Januari 2012 - 19:31

    Jouri :

    De weg naar de Blue Mountains was 6 maanden geleden al een puinhoop :-)

    En Arie. Foei! Dat jij je nog ooit eens in een hostel zou begeven!!

    Val de Abbo's maar niet te veel lastig! En vergeet Adelaide niet. Hanhdorf is Duitsland en je kan er leuk kangaroes voeren. En voor Arie: Ze verkopen nederlands voedsel in de supermarkt in de stad :-)

    Mzls Jouri

  • 12 Januari 2012 - 21:05

    Annechien:

    Shorty.......
    Hoe durf je Adelaide overteslaan?! Heb je een paar bladzijde uit de LP gemist??? Adelaide is echt super!! Je moet er echt geweest zijn!! Hangt een hele andere vibe als in SYD en MELB. veel meer layback, dus cker wat vooor jou;-)

    iig leuk om jullie verhalen te lezen, klinkt zo bekend allemaal!!

    Veel plezier nog!

    Groetjes
    Annechien

  • 13 Januari 2012 - 00:59

    Fred Vijn:

    Sander, leuk om weer iets van je te horen. De beste wensen voor 2012 en zeker een goede gezondheid. Groten van Fred Vijn.

  • 13 Januari 2012 - 21:04

    Patrick:

    Wat een verhaal weer! Om jaloers op te worden. Wel apart zeker, oud en nieuw met een barbeque vieren?! Geniet er verder van!

    Groeten, Patrick

  • 15 Januari 2012 - 11:39

    Thijs Paulisse:

    Hoi Sander, Even een berichtje van de andere kant van deze aardkloot. Die schade aan de auto heb ik wel een oplossing voor, Gewoon wat BOL plamuur gebruiken.
    Gave tijd. ik blijf jouw verhalen zeker volgen. Groetjes van mij en Bianca

  • 15 Januari 2012 - 20:15

    Tessa:

    Hoi Sander (en Arie),

    Leuk om eens jouw kant van het verhaal te lezen. Komt aardig overeen met dat van Arie, dus dan zal het wel kloppen wat hij vertelde....
    Geniet allebei nog van de laatste week daar en dan mag je hem snel weer naar Nederland toe sturen....

    Tessa
    ps. Laat je nog wel even weten of jullie Nemo gevonden hebben.

  • 28 Januari 2012 - 15:20

    Arie:

    lsv waar blijft de rest?
    Je ben nu een paar dagen van me af.
    En je hebt al een paar dagen op je rug gelegen.
    Dus HUUUUUUUUUUUUUUUUU

  • 30 Januari 2012 - 20:57

    Ingrid Versluis:

    Wanneer komt je laatste verslag van jullie reis samen nou, of ben je alweer zo druk met die 1440 tepels te betasten.
    Groetjes.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Yulara

Sander

Hoi allemaal, Leuk dat je mijn capriolen buiten de Nederlandse landsgrenzen gaat volgen. Eens in de zoveel tijd zal ik middels verhalen op dit blog vertellen hoe het met me gaat en wat ik allemaal meemaak op reis. Daarnaast kunnen jullie volgen of mijn psyche het aankan om alleen rond de wereld te zwerven. Voor degenen die nog niet precies op de hoogte van mijn plannen zijn, hier even in het kort het “plan de campagne”. Het is de bedoeling om over land naar Singapore te reizen, om daar het vliegtuig te pakken naar Australië. Zo’n 15.000 kilometer door de mooiste bossen, de droogste woestijnen en over de hoogste bergpassen. Wil jij weten wat mijn route zal zijn? Blijf me dan volgen!

Actief sinds 22 Maart 2011
Verslag gelezen: 427
Totaal aantal bezoekers 86054

Voorgaande reizen:

25 Maart 2011 - 23 Juni 2012

Zo min mogelijk vliegen!

Landen bezocht: